Is de Achterhoek klaar voor een nieuw economisch model?

Dit Artikel is eigenlijk al 3,5 jaar oud … De vraag om over écht fundamentele keuze na te denken ontstond tijdens corona, zeker ook voor onze regio, de Achterhoek. Nu, 3,5 jaar later zijn er enkele voorzichtige schemeringen aan de horizon. De vraag zelf staat er echter nog steeds…

Er bestaat een nieuw economisch model voor de 21ste eeuw
Het is helemaal geen nieuws meer, dat we in allerlei opzichten tegen grenzen oplopen: economische, ecologisch en ook in sociaal opzicht. Iedere keer weer proberen we puzzelstukjes los van elkaar op te lossen, terwijl we heel goed weten, hoe intens alles met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk is. Dat werkt niet meer. Het goede nieuws is: er zijn alternatieven! Zoals werken met het model van Doughnut Economics van Kate Raworth.

Amsterdam maakte in april 2020 de keuze, om voor de duurzame ontwikkeling van de stad het model van Doughnut Economics van Kate Raworth te volgen. Amsterdam – Circulaire stad in 2050 is daarop gebaseerd. Normaliter zou ik niet zo gauw zeggen, dat we in de Achterhoek Amsterdamse keuzes moeten overnemen. Het zou een slimme keuze zijn!

Zijn we net zo smart in de Achterhoek? Of misschien zelfs een beetje smarter?

Doughnut Economics in de Achterhoek?
Nu vraag je je misschien af, wat is het model van Doughnut Economics en hoe werkt dat? En wat winnen we daarmee? Wat wint de Achterhoek wanneer ervoor wordt gekozen het Donut model als leidraad te nemen? Met het antwoord hierop zou je boeken kunnen vullen. Dus alle toelichting hieronder stipt het thema alleen maar aan; er zal meer nodig zijn dan enkele A4’tjes. Roept het stuk vragen bij je op? Stel ze vooral! Zo kunnen we samen antwoorden vinden.
En voor de hele korte weg: Een heel beknopte uitleg over hoe het Donut model in de basis eruitziet en hoe je daar werk van kunt maken is onderaan deze tekst te vinden (als je er nog niet zo bekend mee bent).

Is de Achterhoek klaar voor de keuze voor het Doughnut model?
Is de Achterhoek als regio er klaar voor te kiezen voor Doughnut Economics als basismodel en daarmee (nog steeds) een voorlopersrol op zich te nemen? Er zijn ambities op terrein van smart industry en groene landbouw en heel wat andere terreinen. De Achterhoek wil zich graag als innovatief en creatief profileren. Hoe gaaf zou het zijn de volgende stap te zetten en voor een integraal nieuw model te kiezen en – net als Amsterdam – duurzaamheid op alle vlakken bij elkaar te brengen: maatschappelijk, ecologisch, economisch?

Het opstellen van een regionaal – specifiek voor de Achterhoek – samengesteld Donut-model laat in één oogopslag zien, op welke thema’s nog sociale vraagstukken liggen en op welke ecologische issues actie is vereist. Vanuit dat inzicht én met name de samenhang tussen beiden kunnen heel concrete actielijnen worden opgesteld, die daadwerkelijk invulling geven aan een op alle vlakken duurzame Achterhoek. Kate Raworth geeft in haar model 7 stappen aan (nieuwe denkrichtingen en handelswijzen), die vooral ook een ding duidelijk maken: Je moet niet eerst ‘verdienen’ voordat je in duurzaamheid kunt investeren. Of andersom gesteld: als je niet op alle vlakken in duurzaamheid investeert – dat hoeft niet altijd in geld, vaak is het maken van slimme keuzes al genoeg – dan wordt de rekening daarvoor misschien niet hier lokaal, maar ergens op deze planeet betaald. We kunnen niet langer blijven profiteren van een mondiale economie en niet na willen denken over de effecten ervan hier én elders. De actie in 2020 van “Koop lokaal” is daar al een hele goede stap in, ook al is het meer ingegeven vanuit de steun aan elkaar dan vanuit overwegingen wat het voor anderen elders betekent. Kleine stappen, zo komen we vooruit.

Anders gezegd, het Donut model geeft behalve focus op de regionale ontwikkeling ook de ruimte, om voor uiteenlopende vraagstukken dezelfde, bij de 21ste eeuw passende leidraad te gebruiken op een eenvoudige, aansprekende manier. Het zou helderheid geven over de impact van alle regionale activiteiten, op de mensen, de samenleving inclusief de onderliggende economie, maar ook op leven en lijden buiten de grenzen van deze regio. Je wordt veel bewuster van de effecten van keuzes die hier worden gemaakt in kader van bijvoorbeeld een transport hub, smart hub, retail, toerisme etc.

Het model kent door zijn internationale toepassing nog een ander voordeel: Er is direct een goede benchmark voor je successen en effecten beschikbaar.

Alleen, is de Achterhoek, zijn wij in de Achterhoek bereid om daadwerkelijk voor een hedendaags economisch model te gaan en écht andere keuzes te maken?
De sociale cohesie is hier groot, maar ondanks alle innovaties en creativiteit worden toch regelmatig behoorlijk conservatieve besluiten genomen, liggen er nog steeds conservatieve denkpatronen dik bovenop. Even voor de goede orde: behoud van tradities is iets anders dan conservatief denken, maar dat is dan ook een heel ander verhaal. Zo zou je in de randstad, in Amsterdam het niet meer kunnen bedenken, dat een promofilm voor de regio wordt gemaakt met 62% witte mannen in ‘belangrijke rollen’ en de 33% vrouwen, die erin voorkomen, vooral op de klassieke rollen en functies worden getoond. Dit is in 2020 absoluut niet met verkeerde bedoelingen neergezet – daar ben ik van overtuigd. Het laat gewoon zien hoe ingebakken deze patronen nog steeds zitten – het valt de makers namelijk niet eens op.

Je zou ook kunnen vragen: kan de ambitie het winnen van het conservatieve?

Waar staan we nu in de Achterhoek?
Thematafels van 8RHK ambassadeurs buigen zich over heel wat onderwerpen. In het algemeen wordt vanuit de oude economische modellen gedacht. Met oude modellen wordt hier bedoeld: (permanent) streven naar economische groei, de mens tot homus economicus (alleen maar denken vanuit geldbelang) reduceren en verwachten dat er een ‘natuurlijke’ balans tussen vraag en aanbod zou zijn. Deze benadering is heel begrijpelijk: het zijn deze modellen waar iedereen economisch mee is opgevoed. Alleen, is intussen herhaaldelijk bewezen en bevestigd dat deze modellen óf zo niet werken óf gewoon niet meer passen bij deze tijd.
Problemen, die met name in de 20ste eeuw met juist behulp van deze oude economische modellen zijn gecreëerd, vragen om nieuwe denkwijzen en modellen om ze op te kunnen lossen. Zelfs Einstein zei al: als je doet wat je altijd deed zal je krijgen wat je altijd kreeg.

De thematafels zoeken naar nieuwe wegen, naar hedendaagse oplossingen. Er zit heel wat ondernemerschap, creativiteit, maar ook behoudend optreden vanuit (verouderde) beleidsregels en regelgeving. Het prettige nieuws is: regels zijn door mensen gemaakt, dus kunnen ook door mensen worden aangepast. Daarbij kun je proberen je in kaders te laten persen, die niet meer passen bij deze tijd, of – uitgaan van het tweede goede nieuws – de ruimte die er wél al is opzoeken. Immers, regelgeving is een compromis van allerlei partijen met belangen – daar zit altijd ruimte in.

En dat gebeurt ook al: de Achterhoek is aangewezen pilot-regio voor een aantal brede thema’s zoals landbouwvraagstukken. Het lijkt erop, dat tot nu de pilot-ruimte ook mondjesmaat wordt gebruikt. Op het thema Natuur, Landbouw en Voedsel, bijvoorbeeld. Daar komen we nog apart op terug.

Samengevat: Wil je iets beters, zou je smarte(re) keuzes moeten maken. Besef wel, het zal niet makkelijk worden om nieuwe modellen volledig te omarmen en oude los te laten; alleen al omdat de oude veel vertrouwder zijn.

Wat zou een regionale keuze voor Doughnut Economics kunnen betekenen?
Kiezen voor de Doughnut Economics als fundament voor verdere ontwikkelingen en doelen voor de Achterhoek in haar geheel kan een duurzamere focus geven dan nu al het geval is.

Wat hebben we tijdens de afgelopen jaren binnen de Achterhoek al geleerd?

  • Bedrijven werken (spontaan) samen, waarbij iedereen in zijn kracht blijft.
  • Mensen letten op elkaar en zijn er voor elkaar, er wordt naar nieuwe vormen van naoberschap gezocht.
  • Steeds meer mensen realiseren zich, dat je in zal moeten leveren (alleen de bancaire sector verwacht vroeg of laat toch alles binnen te harken, lijkt het nu nog?)
  • Iedereen begrijpt, dat het best wel met minder kan; en dan hoeft het niet eens minder leuk te worden.
  • In de 3-O-verbinding wordt goed samengewerkt. En er ontbreken nog stemmen aan de thematafels; er bestaat meer binnen de Achterhoek dan de 3 O’s. Ook burgerberaden zouden een goede aanvulling zijn.

Stiekem zit daar al een behoorlijke verschuiving richting Doughnut Economics in:

  • Weg van concurrentie-denken, toe naar samenwerking;
  • Niet alles wat waarde heeft, heeft ook een prijs (+ niet alles wat een prijs heeft is waardevol);
  • Iedereen moet in fundamentele behoeftes kunnen voorzien;
  • Iedere kleine keuze mag/moet een bewuste keuze zijn;
    (koop lokaal, huur ook meer een lokale dienstverleners/Zzp’er in, hergebruik zoveel mogelijk, deel, ruil, wissel uit in plaats van nieuw kopen etc.)
  • Sociale netwerken dragen de maatschappij [niet: de (financiële) economie draagt de maatschappij].

Hoeveel meer kun je samen bereiken, wanneer je het model helemaal omarmt? Er samen een stevig kompas voor de regio mee uitzet? Weg van de oude, niet (meer) werkende modellen?

Durf het verband te leggen tussen de welvaart hier en de sociale en ecologische ellende elders, waar we de (te) goedkope producten en grondstoffen vandaan halen. Durf te link te leggen tussen vatbaarheid voor allerlei ziektes, een natuur die uit balans is gebracht door te zware ingrepen en de dagelijkse kleine keuzes, die iedereen persoonlijk of binnen de bedrijvigheid maakt. Durf te doen, wat je van de buurman/vrouw verwacht.
Doen! Praten zonder doen geschiedde al genoeg.

Het Doughnut-model biedt het allemaal, samen in één model: aandacht voor de maatschappij inclusief de economie, de mens en de planeet. Iets, wat volgens mij, goed bij de Achterhoekse mentaliteit en tradities past.

Het helpt om weg te komen uit het in kolommen denken, verzuiling binnen structuren met allemaal een specifiek onderwerp waartussen de verbinding ontbreekt. Een (onvolledig) voorbeeld? Vanuit de thematafels binnen de Achterhoek wordt zowel aandacht besteed aan Mobiliteit (en dan ligt de focus op personenvervoer: mensen laten komen waar zij willen zijn, op de juiste momenten) en circulariteit (met aandacht voor toegang organiseren tot hergebruik van grondstoffen). De zuidkant van de Achterhoek samen met de Liemers werkt aan de profilering als transport-hub tussen Nederland en het noorden van Duitsland. Spoor, weg en water komen daar bij elkaar. [Voetnoot: Een dergelijke hub is alleen zinvol vanuit een focus op mondiale economie: goederen die verzameld, vervoerd en verspreid moeten worden voor verdere productie, handel en/of gebruik; met een behoorlijke ecologische voetafdruk.] 
Drie aparte onderwerpen, die misschien niet eens zo zeer verscheiden zijn van elkaar? Kijken in breder verband is één van de pilaren binnen Doughnut Economics.

Kan het Donut model werken voor de Achterhoek?
JA!! De Achterhoek is ambitieus. Hoe zou het zijn, wanneer het een bloeiende regio wordt, regeneratief* en inclusief voor alle bewoners (en ook bezoekers) en daarbij de ecologische grenzen van de planeet respecterend? De Achterhoek zou pionier kunnen zijn in deze transformatie, die dringend nodig is.

*regeneratief: gaat iets verder dan circulair – niet alleen hergebruiken van alle grondstoffen is van belang, maar ook teruggeven aan de planeet.

Op dit moment beschikken we nog niet over een regionaal uitgewerkt Donut-model; het Nederlands model geeft wél een goede eerste indicatie. Met een verfijnd model kun je zowel vertrekpunt (een snapshot van hier en nu) opzetten als ook je doelen in een zekere tijdslijn plaatsen.

Donut model Nederland bron: https://goodlife.leeds.ac.uk/countries/#NL
(rood = overshoot)

Integratie van (burger)initiatieven, startups, dwarsdenkers, conceptontwikkelaars en experimenteerruimte is reeds vast onderdeel van de regionale ontwikkelingen. Durf te vermoeden dat de stap voor de regio Achterhoek om het Donut-model te omarmen kleiner is dan voor Amsterdam. Dat is een aanname, maar toch. We durven hier toch een challenge aan?

Hoe kan de Achterhoek een bloeiende regionale ontwikkeling neerzetten voor de Achterhoekers die zelf tot bloei komen zonder het leven en het milieu hier én elders op de planeet negatief te beïnvloeden?
Een startpunt kan worden gemarkeerd door onderstaande (voorbeeld)vragen te beantwoorden.

Sociaal Ecologisch
Lokaal Wat zou het voor de alle Achterhoekers betekenen om zelf goed tot bloei komen?

b.v. huisvesting, samenwerking, educatie dichtbij, inspraak, landschap

  1    2 Wat zou het voor de Achterhoek betekenen om binnen de eigen grenzen tot bloei te komen?

b.v. waterhuishouding, emissievrije zones, stimuleren bijzonder gewenste bedrijven

Wereldwijd Wat zou het voor het Achterhoekers betekenen om het welzijn van alle mensen wereldwijd te respecteren?

b.v. anders consumeren, regeneratief/circulair, impactop…

  3    4 Wat zou het voor de Achterhoek betekenen om het welzijn van heel de planeet te respecteren?

b.v. van afval naar grondstof, impact consumptie/gebruik(half)producten van elders 

Voor de feitelijk transformatie zijn er uiteraard meer tools nodig. Denk hierbij aan introductie van de cyclus van co-creatie. 

Anne Stijkel heeft in Amsterdam de Donut Deals geïntroduceerd: het ontwerp van nieuwe producten en diensten, die de buitenring van de Donut (de ecologisch limiet) verbinden met de binnenring (sociale factoren zoals extra beschermd werk). Een fijn voorbeeld hoe je heel praktisch toepasbaar kunt maken!
Storytelling, beleid en initiatieven vinden hun weerklank in communicatie en journalistiek: het regionale verhaal is uniek én kan juist vanwege het lef tot  geven van experimenteerruimte leerzaam voor anderen zijn.
Taboes horen geslecht: alleen wanneer het gesprek wordt aangaan over remmende factoren kan daaraan worden gewerkt. Andere paden durven kiezen bouwt door op vertrouwen. En dat hebben we hier gelukkig in elkaar!

Om een lang verhaal kort te maken: Het Donut model is een holistisch werkend model. Het kan zeker ook binnen de Achterhoek worden toegepast. Denken en werken vanuit deze nieuwe kompas helpt antwoorden te vinden op heel wat actuele vragen. We hoeven niet verder te zoeken. We moeten er werk van maken!

Wordt de Achterhoek de een Donut-regio?
Is er voldoende ambitie? – In het algemeen: Ja.
Is er voldoende steun en toeverlaat bij elkaar? – Ja.
Is er (lokaal) kennis en lerend vermogen? – Ja.
Is er creativiteit?  – Zeker weten!
Is er een gedegen diversiteit aan netwerken?  – Ja, zeker!

Dus: wat houdt ons tegen?

Ben je klaar voor een zwermsessie?